Ter gelegenheid van het 200-jarig bestaan van het Mauritshuis is het boek 'Pennen over Penselen' uitgebracht door Waanders Uitgeverij.
In het 440 pagina’s telkende boek staan bijdragen van 200 gerenommeerde auteurs uit binnen- en buitenland, die allen schrijven over een schilderij uit de collectie van het museum in Den Haag.
Dagblad070 zet - delen van - tien bijzondere bijdragen onder elkaar:
Dick Matena: 'Het loflied van Simeon' van Rembrandt
“Een soort kerstkaart met de Heilige Familie fel belicht in het midden, een nogal kitscherig geheel, door het genie van Rembrandt naar een duizelingwekkend niveau getild, zó hoog en ijl dat het leek of de verf op het doek geádemd was in plaats van gesmeerd.”
Bas Heijne: 'Portret van Quintijn Symons' van Anthony van Dyck
“De kracht van deze schilder is dat hij mensen laat zien waarin wij, hoezeer onze levens ook verschillen, en hoe anders onze waarden ook zijn, niettemin iets in onszelf herkennen, iets wat we wellicht niet willen erkennen: het verlangen om je zeker te voelen van je plek in de wereld, het verlangen om aan jezelf genoeg te hebben.”
Arthur Japin: 'Apelles schildert Campaspe' van Willem van Haecht
“Alexander verkiest de beeltenis die Apelles van zijn geliefde maakte boven het origineel. Is dat eigenlijk niet gewoon wat liefde is, iemand mooier maken dan hij is? Meer in iemand zien dan anderen achter hem vermoeden. De beminde grotere schoonheid verlenen dan hij kan geloven dat hij in zich heeft.”
Maarten van Rossem: 'Gezicht op Haarlem met bleekvelden' van Jacob van Ruisdael
“Veel ‘Hollandser’ dan Van Ruisdaels Gezicht op Haarlem, dat dateert van de vroeger jaren zeventig van de 17e eeuw, is eigenlijk niet mogelijk. Een lage horizon en een overweldigende wolkenlucht. Wie ooit enige tijd heeft verbleven op een locatie, waar wekenlang geen wolk te zien is, weet hoe deprimerend wolkenloze hemels kunnen zijn.”
Tekst gaat door onder foto.
Donna Tart: 'Het puttertje' van Carel Fabritius
“De rust van dit kleine wezentje dat ons aankijkt, kwetsbaar en dapper, roert diepergelegen raadselen aan van ’s levens kortstondigheid, van de vrijheid van de geest zelfs in gevangenschap, en van waardigheid en geduld in tijden van lijden.”
Splinter Chabot: 'Achilles wordt ontdekt tussen de dochters van Lycomedes' van Gerard de Lairesse
“Dag lief schilderij. Merk je al hoe jij er telkens weer voor kan zorgen dat ogen je opnieuw weten te waarderen? Hoe een blik op die manier handen en vingers kan krijgen, en hoe die huidzachte handen en vrije vingers je minnaarsvoorzichtig proberen aan te raken. Je penseelzacht willen strelen. Je kusjeslief willen knuffelen.”
Nicci French: 'Stilleven met koperen ketel, kaas en eieren' van Jean-Baptiste-Siméon Chardin
“Dingheid. Volume. Structuur. Je kan je vinger bijna langs het glanzende koper halen; de zachte kruimelkaas; de sprieterige, papierachtige lente-uitjes. Stuk voor stuk onverstoorbaar en zelfverzekerd en gewichtig als een monument. En tegelijkertijd frêle als de wind die rimpels trekt over een vennetje.”
Tekst gaat door onder foto.
Bart Chabot: 'Jozef verklaart de dromen van de bakker en de schenker' van Jan Mostaert.
“Ik stapte over de bootrand en werd vis met de vissen. Tienduizenden vissen. Niet alleen levende, ook de skeletjes van alle vissen die ooit hebben geleefd. Ik korte tijd legden we een aanzienlijke afstand af en belandden van de ene in de andere oceaan. Maar waar de vissen me mee naartoe wilden nemen werd me nooit duidelijk.”
Isabel Allende: 'Meisje met de parel' van Johannes Vermeer
“Van iedereen die mij bezeten heeft veranderde ik het lot. De ene keer vervloekte ik een hebzuchtige hand, dan weer zegende ik een nederige, zoals bij de oude ama in Japan. Die dag in het paleis van Soleiman schonk ik de macht van golven en getijden aan het meisje. Haar lot zou legendarisch zijn: vele generaties zou ze dichters, musici en kunstenaars tot inspiratie dienen.”
Jan Blokker: 'Portret van een oude man' van Rembrandt
“De identiteit van de oude man is niet bekend en eerlijk gezegd ben ik, anders dan de echte kunstkenners, niet erg nieuwsgierig naar zijn naam. Misschien is het zelfs wel zijn anonimiteit die het schilderij nog extra glans geeft. Zou de schilder ook zo los hebben durven schilderen als het een lucratieve opdracht was geweest? De verdwaalde haartjes tegen de onderkant van de hoed, het open vest, de rode koontjes en de slordig geschoren wangen. Ik zou van de man kunnen gaan houden. Ik ga van de schilder houden, als ik dat niet al deed.”
Foto's: Frank van der Burg